top of page
Foto van schrijverIris Vandevelde

Leerlingen die hun interesses kennen, maken een betere studiekeuze. 3 tools die helpen.

We willen allemaal dat ze goed kiezen, onze kinderen, onze leerlingen. Dat ze in een richting terechtkomen die bij hen past, waar ze het beste in zichzelf zullen vinden en tonen. Om dan later in het leven van hun passie hun beroep te maken. Maar een goede studiekeuze bij de overgang van basis- naar secundair onderwijs, dat gaat niet vanzelf. Er komen verkenningen van richtingen en scholen bij kijken, twijfels, schoolbezoeken, vragenlijsten, gesprekken, nog meer twijfels, enzovoort.


Een eerste belangrijke stap is dat leerlingen van het 5de en 6de leerjaar ontdekken wat ze graag doen en goed kunnen. Zeker omdat niet al hun kwaliteiten vanzelf naar boven komen op school. En daar kan je niet vroeg genoeg mee beginnen! Om dit proces goed aan te pakken, en leerlingen daarbij te ondersteunen, bestaan er enkele handige tools voor jou als leraar. Ik bespreek er hier drie.


Tool 1: Quickscan voor een breed aanbod in je lessen

De quickscan is een soort checklist waarmee je nagaat of het aanbod van je school wel breed genoeg is. Niet alle kinderen komen immers met eenzelfde rijk aanbod in contact buiten de school. Vooral voor deze kinderen kan je als school veel betekenen. Je onderzoekt twee dingen:

1) Schenk je in de lessen aandacht aan alle persoonlijkheidskenmerken die van belang zijn bij beroepen?

Volgens Dr. John Holland (1997) kan je aan de hand van zes persoonlijkheidskenmerken inschatten of je al dan niet in een bepaald beroep thuishoort. Deze kenmerken zijn: realistisch, intellectueel, artistiek, sociaal, ondernemend en conventioneel. Het is dan ook belangrijk voor leerlingen dat ze inzicht krijgen in hun eigen kenmerken. Dit is enkel mogelijk als ze hiermee in aanraking komen op school. Sta daarom even stil bij je lessen en of deze zowel realistisch, intellectueel, artistiek, sociaal, ondernemend als conventioneel zijn. De quickscan kan je daarbij helpen en legt uit welke lesactiviteiten typisch zijn voor ieder kenmerk. Een quiz is bijvoorbeeld eerder intellectueel, terwijl een weekplanning maken eerder conventioneel is.

2) Zijn alle acht studiedomeinen voldoende aanwezig in je lessen?

Het secundair onderwijs is momenteel georganiseerd in acht domeinen: Taal en cultuur, STEM, Kunst en creatie, Land- en tuinbouw, Economie en organisatie, Sport, Maatschappij en welzijn, en Voeding en horeca. Wil je dat je leerlingen de juiste richting kiezen in het secundair, dan is het uiteraard van belang dat ze van al deze domeinen hebben geproefd in de basisschool. Zitten al deze domeinen al voldoende verweven in jouw lessen? Opnieuw reikt de quickscan voorbeelden aan. Heb je bijvoorbeeld aandacht voor talenkennis, schrijven en een open blik op de wereld? Dan is het domein Taal en Cultuur goed vertegenwoordigd. Ga je aan de slag met plantenkennis, chemie, ecologie en dergelijke? Dan is Land- en Tuinbouw van de partij.


Het belangrijkste resultaat uit de quickscan zit echter in de hiaten. Waar is nog onvoldoende aandacht voor? En hoe pak je dat aan? Een breed aanbod realiseren doe je niet alleen. Reik uit naar collega’s, ouders, externen, of de buurt, die je kunnen ondersteunen om het aanbod te verbreden.



Tool 2: De game Kr8cht!

Heeft je school voldoende aanbod of werkt ze dit verder uit? Fantastisch! Dan ben je klaar om individueel per leerling in kaart te brengen wat deze goed kan en graag doet. Op het kruispunt tussen deze twee ligt immers de sleutel voor motivatie en studeer- en werkplezier. Een grote valkuil bij studieadvies is dat bepaalde kwaliteiten, interesses en persoonlijkheidskenmerken van leerlingen vergeten of onderwaardeerd blijven, omdat er te veel aandacht gaat naar typisch schoolse vaardigheden en inhouden: studiehouding, taal en wiskunde.


In het vijfde en zesde leerjaar moeten leerlingen inzicht krijgen in de acht studiedomeinen: welke kwaliteiten, inhouden, activiteiten en beroepen hangen met iedere richting samen?


Een handige en speelse tool om zicht te krijgen op interesses en de acht domeinen, is Kr8cht! Dit is een avonturengame die gratis online staat. Hij is bedoeld om leerlingen doorheen het vijfde en zesde leerjaar regelmatig te laten spelen, op school of thuis. Het spel herbergt allerlei vragen en problemen die de speler moet oplossen om in verschillende levels te vorderen. Deze vragen peilen naar de voorkeuren van leerlingen binnen de acht studiedomeinen en brengen ook de zes persoonlijkheidskenmerken in kaart die je in de quickscan al leerde kennen. Veel leuker dan het invullen van een droge vragenlijst!



In de leerkrachtenzone van het spel kan je je leerlingen volgen. Hun resultaten kan je gebruiken als gespreksstof, om een bewuste studie- en schoolkeuze te stimuleren. Bespreek dit niet alleen in de klasgroep en met de leerling zelf, maar neem de resultaten ook mee in je gesprekken met ouders.


HANDIGE TIPS:

  • Alle info die je als leraar nodig hebt, vind je in de handleiding.

  • Om het beeld nog vollediger te maken, kan je de game gebruiken in combinatie met andere methodes om interesses en talenten in beeld te brengen, zoals breed observeren en werkvormen om dit bij te houden, zoals portfolio’s.


Tool 3: Sjabloon voor een geslaagd leerlingcontact rond studiekeuze

Wil je met je leerlingen een waardevol gesprek voeren, om de interesses die uit de game en andere methodes zijn gekomen, te matchen met mogelijke studie- en schoolkeuzes? Organiseer dan een individueel leerlingcontact. Opnieuw is het belangrijk de brede interesses en kwaliteiten van de leerling aan bod te laten komen en niet alleen de schoolse vaardigheden.


Hierbij is pagina twee van het 'sjabloon studie- en schooladvies' een handige tool. Daar noteer je de antwoorden van de leerling op vragen als:

  • Wanneer vliegt de tijd voorbij?

  • Wat doe ik graag in mijn vrije tijd?

  • Welk beroep zou ik later graag uitoefenen?

Het is interessant om deze antwoorden van de leerling naast de vragen, meningen en ervaringen van ouders, van jou als leerkracht, en van het leerkrachtenteam te leggen. Hieruit trek je niet alleen conclusies over interesses, kwaliteiten en competenties, maar ook over houding en gedrag, toekomstdromen en zorg. Je kan met dit sjabloon starten in het vijfde leerjaar en meermaals per jaar doorheen het vijfde en zesde leerjaar aanvullen of aanpassen.


Vind je het moeilijk om een leerlingcontact praktisch georganiseerd te krijgen? Lees dan hier enkele praktische tips, onder andere rond voorbereiding, timing en locatie.





Drie tools, één doel

De drie tools die ik heb besproken zijn deel van een bredere puzzel - meer info daarover vind je in de links onderaan. Samen hebben ze wel één doel: een goed onderbouwd studie- en schooladvies, gebaseerd op inzichten bij leerlingen, leerkrachten, en ouders. Start op tijd met dit proces - in het vijfde leerjaar - en schrijf mee aan de toekomst van je leerlingen.


 

Deze drie tools zijn ontwikkeld tijdens Transbaso, een onderzoek dat de valkuilen bij de overgang van basis naar secundair in kaart bracht en tools creëerde om deze te verhelpen. Je kan ze ‘los’ gebruiken, maar idealiter zijn ze deel van je totale aanpak rond school- en studiekeuze:

______________________________


Holland, J. L. (1997). Making vocational choices: A theory of vocational personalities and work. Odessa, FL: Psychological Assessment Resources.


0 opmerkingen

Comments


bottom of page