door Fauve De Backer & Elien Vermeersch
Docenten en studenten bereiden zich zo goed mogelijk voor om de aankomende #examens vlot te laten verlopen in deze uitzonderlijke omstandigheden. Toch kwam er al heel wat reactie in het publieke debat. Zo verduidelijkte Professor Stijn Baert dat de lat hoog moet blijven en dat examens afschaffen oneerlijk zou zijn ten opzichte van hardwerkende studenten. Studenten op hun beurt roepen op tot wederzijdse mildheid en onderstrepen het belang van hun betrokkenheid in dit debat. Zij vragen vaak om eerlijkheid of billijkheid bij #evaluatie. Wij reiken hier een aantal tips aan die de billijkheid van je evaluatie versterken voor ál je studenten. Ze tillen de kwaliteit van je evaluatie mee naar een hoger niveau. We nemen ook de inzichten mee uit het pionierswerk in de masterproef van Elien Vermeersch. Zij peilde, nog voor de coronacrisis, voor het eerst in Vlaanderen naar de ervaringen van meertalige studenten in #hogeronderwijs. Voor deze studenten blijkt het niet altijd evident te tonen wat ze kunnen en weten, ook zonder corona.
Zorg voor transparante evaluaties
Martha (alle namen zijn pseudoniemen) zou willen dat het examen haar inspanning beloont en niet ‘het geluk’ van een student meet. In haar ervaring stemt haar eigen competentie-inschatting niet altijd overeen met de algemene indruk van het examen. Dit zorgt bij deze studente voor een verminderd gevoel van billijkheid. De betrokkenen moeten met andere woorden vertrouwen hebben in de evaluatie en die ook accepteren als een eerlijk meetinstrument.
“[…] Als ik wist van mezelf: eigenlijk, wat er in de les werd gegeven, dat kon ik, dat beheerste ik, of dat begreep ik... maar het examen dat ik kreeg, ja… geeft niet echt die indruk, dan heb ik het gevoel dat het een beetje oneerlijk is.”
Voor de examens die er binnenkort aankomen, geven we volgende tips voor #billijkheid en #transparantie:
Maak duidelijk wat er wordt verwacht op het examen
Communiceer duidelijk over wat je gaat evalueren en welke inhouden studenten moeten studeren.
Geef uitleg bij de manier waarop de leerstof gekend dient te zijn: gaat het examen vooral om het meten van complexe vaardigheden en kwaliteiten of eerder om reproductie? Zijn het meerkeuzevragen of open vragen? Hoeveel tijd krijgen de studenten en welke faciliteiten kunnen ze gebruiken? Maak studenten vertrouwd met de online omgeving bij off-campusexamens. Voorzie bijvoorbeeld een proefexamen. Zo zijn de praktische zaken duidelijk en hoeven de studenten zich daar minder zorgen over te maken.
Ga bij de studenten na met welke vragen of bedenkingen ze nog zitten, vraag welke informatie voor hen nog ontbreekt. Op die manier geef je de studenten inspraak en toon je dat je bereid bent om naar hen te luisteren.
Heb aandacht voor het belang van feedback
De discussie over het belang van summatief en formatief toetsen stelt zich scherper nu in tijden van corona. In het hoger onderwijs blijft summatieve toetsing de norm, met de daaraan verbonden consequenties: het toekennen van studiepunten of uitreiken van een diploma. Nochtans is voor alle leerders, jong en oud, het belang van #feedback wetenschappelijk aangetoond. En die feedback ontbreekt vaak na een eindexamen aan de hogeschool of universiteit. Uitgebreide (tussentijdse) feedback kan niet alleen handig zijn om te sleutelen aan werkpunten, maar ook om misverstanden te voorkomen. Dirk vertelt hoe feedback misverstanden kan uitklaren die bij hem door taal ontstaan:
“[…] er ontstaan ook misverstanden door vertaling. Ik begrijp iets door die vertaling, maar eigenlijk bedoelt de professor iets anders. Dus dat zeg ik als ik praat met de professor tijdens tussentijdse feedback.”
Als tip formuleren we daarom om (1) ook in het hoger onderwijs aandacht te hebben voor tussentijdse feedback en (2) ook na afloop van de examens voldoende in te zetten op die feedback als krachtig leermiddel, zeker ook ter voorbereiding van de examens in tweede zittijd.
Garandeer de validiteit van het examen
Het doel van een examen is nagaan of een student de vakinhoudelijke kennis onder de knie heeft. Het doel van pakweg een vraag op het examen handels- en economisch recht kan bijvoorbeeld zijn: evalueren of de student de faillissementswet kent. Het doel van dat examen is niet: nagaan of de student voldoende taalvaardig is in het Nederlands. Dat heeft alles te maken met de #validiteit van het examen: meten wat je beoogt te meten. Het kan zijn dat die student de vakinhoudelijke kennis (de lading) beheerst, maar dat de manier om die kennis uit te drukken (het vervoersmiddel) ontbreekt.
Om de validiteit van het examen te garanderen voor studenten die het Nederlands nog niet goed (genoeg) beheersen, kan het aangewezen zijn om ook andere talen te gebruiken. Elena geeft bijvoorbeeld aan dat paniek en stress soms een obstakel vormen voor het formuleren van Nederlandse zinnen:
“Ik heb dat zelfs persoonlijk, als ik echt begin in paniek te raken tijdens een examen. Dan is het echt moeilijk om zo… in fatsoenlijk Nederlands, ja, iets te zeggen. Want dat wordt een mix of ik gebruik ondertussen woordjes in het Engels als dat sneller opkomt… Dus misschien is dat wel handig als mensen wat meer tijd geven aan de buitenlanders om zo… een beetje rustig te worden en zinnen echt fatsoenlijk te maken, want we kunnen niet zo snel opeens een zin zeggen die wetenschappelijk klopt.”
Dirk gaf aan dat het voor hem erg belangrijk is om zijn examens mondeling te kunnen toelichten, aangezien hij zo kan verduidelijken wat hij bedoelt. Op die manier lijkt de instructietaal geen barrière meer te vormen.
“Taalfoutjes... de prof zou zeggen: 'ik begrijp niet wat je bedoelt, wat wil je zeggen?' Ik kan niet verduidelijken. Terwijl op een mondeling examen, leest een professor mijn papier en als hij niets begrijpt, [vraagt hij]: 'Dirk, wat wil je zeggen?' Ik zeg: 'Ik wil dit en dit'. 'Ah, ok.' En hij noteert wat ik wil zeggen.”
Hou rekening met volgende tips:
Maak duidelijk dat de gebruikelijke faciliteiten die bij ‘het bijzonder statuut voor anderstaligheid’ horen (vertalend woordenboek, ¼ extra tijd) ook gelden voor online examens.
Geef expliciet mee aan meertalige studenten dat ze woorden die ze niet kennen in het Nederlands, ook in het Engels mogen gebruiken. Op die manier kunnen ze hun redenering misschien wel opbouwen en toelichten en krijgt de docent een beter inzicht in wat de student kan en weet.
Geef meertalige studenten de kans om een schriftelijk online examen ook mondeling toe te lichten indien ze dat wensen. Zo krijgen ze de kans om hun redenering te verduidelijken en worden er misverstanden vermeden. Op die manier kan je echt peilen naar de kennis van de inhoud en niet naar taalbeheersing.
Tot slot nog een beleidsaanbeveling. Aan de Universiteit Gent bijvoorbeeld, houdt het bijzonder statuut voor meertalige studenten in dat de student ¼ bijkomende tijd krijgt bij een evaluatie en gebruik mag maken van een vertalend woordenboek. Iemand kan een dergelijk statuut aanvragen indien hij/zij maximaal één academiejaar ingeschreven is in het Vlaamse hoger onderwijs in een Nederlandstalige opleiding, en indien die persoon maximum twee jaar Nederlandstalig secundair (of hoger) onderwijs heeft gevolgd. Het bijzonder statuut wordt verleend voor één academiejaar en kan ook geweigerd worden, maar in dat geval kan er beroep worden aangetekend. Nochtans weten we uit wetenschappelijk onderzoek dat het gemiddeld 5 à 7 jaar duurt vooraleer meertalige studenten voldoende academische #taalvaardigheid in de instructietaal hebben verworven. Een bijzonder statuut zou dus ook bij voorkeur uitgebreid worden. Zo kunnen ook meertalige studenten die al iets langer in Vlaanderen les volgen, maar nog onvoldoende taalvaardig zijn in de instructietaal, op een faire en valide manier geëxamineerd worden.
Wie meer wil lezen over evaluaties in het hoger onderwijs, raden we deze blogpost van Schoolmakers aan. Daarin staan ook heel wat tips om kwaliteitsvol te evalueren in het hoger onderwijs.
FAUVE DE BACKER
Onderzoeker bij Steunpunt Diversiteit en Leren (UGent)
Fauve De Backer is onderwijspedagoog en werkt sinds 2011 aan de Universiteit Gent. Ze werkte eerst als assistant National Project Manager op het PISA-project aan de vakgroep Onderwijskunde. Sinds 2013 werkte ze op het Steunpunt Diversiteit en Leren aan de onderzoeksprojecten Toolkit Breed Evalueren voor het Secundair Onderwijs en Meertaligheid Als Realiteit op School (MARS), beiden in opdracht van het Ministerie van Onderwijs en Vorming. Momenteel finaliseert ze haar doctoraat aan de vakgroep Taalkunde over evaluatie van meertalige leerlingen.
Comments