door Karin Goosen en Koen Mattheeuws
Te midden de vele emoties, richtlijnen, aanpassingen,… die met de huidige pandemie gepaard gaan, is het logisch dat een aantal dingen wat op de achtergrond geraken. Maar feit blijft wel dat binnen twee maanden heel wat jongeren het basisonderwijs zullen verlaten. In de uitzending van De Afspraak van 30/3 gaf pedagoog Pedro De Bruyckere terecht aan dat onze aandacht onder andere moet uitgaan naar de leerlingen die momenteel in de #scharnierjaren zitten.
Ondertussen weten we dat leerlingen uit het zesde leerjaar weer naar school mogen gaan vanaf 15 mei. Dat is natuurlijk een goede zaak. Maar vergeet in de vreugde niet te denken aan de gezinnen die nú moeten #aanmelden voor een nieuwe school. Wat zijn de leerlingen immers met een goed rapport als ze nog geen #vervolgschool hebben op het einde van het schooljaar?
Veel steden en gemeenten openden enkele weken geleden het centraal aanmeldingsregister (CAR). Via dit aanmeldingspunt kunnen ouders aangeven welke scholen zij bij voorkeur willen voor hun zoon of dochter. Dit vormt de basis voor verschillende stappen om tot een definitieve schoolkeuze en #inschrijving te komen. Sommige steden en gemeenten hebben de deadline voor aanmelding later gelegd door de coronacrisis. Maar gezinnen moeten toch nú aanmelden en als leerkracht kan je daarbij belangrijke #ondersteuning bieden. Op basis van onderzoek zetten we 9 concrete tips op een rij.
Zo neem je de late kiezers bij de hand
De meeste scholen hebben de leerlingen en hun ouders voor de lockdown al grondig voorbereid op de overgang. Maar extra alert zijn voor gezinnen die nu nog geen #studiekeuze hebben gemaakt is wel heel belangrijk. En dat zijn er héél wat. Uit onderzoek blijkt dat 10% van de middenklasse gezinnen en maar liefst 30% van de gezinnen uit de arbeidersklasse nog geen studiekeuze heeft gemaakt op dit moment in het schooljaar. Mogelijk zijn er ook in jouw klas leerlingen die nog geen flauw benul hebben welke studierichting ze willen volgen of welke school ze verkiezen. Zij zijn dus nog niet klaar om aan te melden.
1. Informeer ouders en leerlingen over hoe ze een goede keuze kunnen maken
Binnen die groep van late kiezers bestaan grote verschillen. Sommige gezinnen zijn gewoon last-minute beslissers. Omdat ze goed overweg kunnen met computers en met het verwerken van informatie, zijn zij in staat om gauw een inhaalbeweging te maken. Die ouders en leerlingen kan je via mail enkele interessante websites doorsturen. De website www.vanbasisnaarsecundair.be staat boordevol tips om gespreksstof en opzoekstof te geven. Ook geschikt voor kinderen tussen 10-14 jaar.
2. Verklein de taalbarrière
Voor ouders die Nederlands als drempel ervaren, bestaat er in tien verschillende talen een infografiek van de structuur van het secundair onderwijs en een folder. Deze lijsten op wat ze kunnen bespreken en doen om een studie- en schoolkeuze te maken - gelijkaardig aan de website www.vanbasisnaarsecundair.be, die enkel in het Nederlands beschikbaar is. Het lokale Agentschap voor Integratie & Inburgering heeft soms ook handige brochures die vertaald zijn. Informeer hiernaar.
3. Laat ouders weten dat je raadpleegbaar bent
Als je informatie doorstuurt naar ouders of leerlingen is het een kleine moeite om mee te geven dat je bereikbaar bent voor vragen of advies. Geef meteen aan op welke momenten ze je kunnen bereiken en op welke manieren. Misschien heb je wekelijkse consultatiemomenten voor je ouders of voor je leerlingen? Zet dit thema dan ook expliciet op de agenda. Een uitnodigende houding is vooral van belang voor ouders die zelf niet zo makkelijk de stap zetten om informatie te vragen.
4. Neem zelf contact op met gezinnen die je niet hoort
Er zijn verschillende redenen waarom gezinnen laat kiezen :
Ze hebben weinig mensen in hun omgeving die hen raad kunnen geven bij die keuze
Ze begrijpen de informatie op websites niet goed
Ze vinden de websites gewoon niet
Ze wisten niet dat ze zo vroeg moesten aanmelden
Deze gezinnen stellen, vaak noodgedwongen, al hun hoop op het advies van iemand die dicht bij hen staat. De betrouwbaarheid van die bronnen is heel wisselend. Hun goedbedoelde adviezen zijn vaak gebaseerd op anekdotiek (bv. mijn zus heeft op die school gezeten en is nu advocate) of weinig kennis van onderwijs (bv. dat is een school met een hoog niveau want zij geven veel huiswerk). Deze gezinnen wachten af en aarzelen om naar professionals (bv. leerkrachten, CLB,…) te stappen omdat ze niet goed weten wat ze juist moeten vragen en bij wie ze juist moeten zijn.
5. Wees bewust van de rol die jij speelt
Uit onderzoek weten we dat kinderen uit deze gezinnen hun klasleerkracht op de eerste plaats zetten om hen te helpen bij hun studie- en schoolkeuze. Probeer er dus zéker te zijn voor die leerlingen. Neem het voortouw en zoek samen met het kind naar info op het web over #studierichtingen. Vraag wat het belangrijk vindt aan een school en benoem samen waar het goed in is. Laat dit nu even voorgaan op de leerstof. De school- en studiekeuze is immers erg dringend en zéér bepalend voor de toekomst van de leerling.
6. Werk via de leerling
Neem via de leerlingen de ouders mee in het keuzeproces. Je kan de leerling bijvoorbeeld vragen om te bespreken met zijn ouders wat zij belangrijk vinden aan een school. Gebruik daarvoor de tips van inspecteur Keus.
7. Overleg met de ouders
Overleg met ouders, bevraag hun idee en leg jouw indruk en advies voor. Wees eerlijk en realistisch. De meeste ouders wachten immers op informatie en advies van een expert ter zake. Geef de opties weer op basis van jouw kennis van de leerling, en probeer die te matchen met de voorkeuren en overwegingen van de ouders. Deze checklist kan je gebruiken om argumenten op te bouwen samen met leerlingen, ouders en collega’s. Uiteraard is de tijd nu kort, maar probeer toch nog zoveel mogelijk in gesprek te gaan.
8. Werk via een vertrouwenspersoon
Het kan gebeuren dat je nog geen goede band hebt met de leerling of met de ouders. Ken je iemand die dit wél heeft? Schakel die persoon in (en stuur aan) om het keuzeproces te begeleiden. Denk aan andere ouders uit de school, brugfiguren, zorgco of organisaties die het gezin ondersteunen. Deel je kennis en tips met hen zodat zij het gezin kunnen helpen bij die keuze.
9. Volg het aanmelden en inschrijven goed op
Gezinnen die reeds een goed geïnformeerde schoolkeuze hebben gemaakt, zullen ook wel de weg vinden in het aanmeldingssysteem en tijdig inschrijven. Sommige gezinnen hebben misschien wat digitale- of talige ondersteuning nodig.
Ga na of de gemeente speciale maatregelen neemt voor het aanmelden. Steden en gemeenten verzetten de deadline voor aanmelden, installeren steunpunten om ouders te helpen bij digitale taken, stellen tolken ter beschikking of hebben de communicatie over het aanmelden beschikbaar in verschillende talen. Informeer je hier goed over.
Check of de ouders de oproep om aan te melden hebben ontvangen en hebben begrepen. Maak daar zo snel mogelijk werk van. Hiervoor kan je best een belronde organiseren. Ga na wie in het team dit kan opvolgen en verdeel het werk onderling. Kijk ook naar mensen dicht bij het team. De CLB-medewerker, de brugfiguur of een organisatie die de leerling of het gezin begeleidt, kan ook een rol opnemen. Denk ook zéker aan leerlingen en ouders uit je klas of school (bv. via de ouderraad) die sterke digitale vaardigheden hebben of dezelfde taal spreken als de ouders die je wilt ondersteunen. In deze crisistijden helpen mensen elkaar maar al te graag.
Houd goed bij wie aangemeld is. Probeer, indien nodig, de week voor de deadline van de aanmeldingsperiode opnieuw de ouders telefonisch te contacteren. Check of ze stappen aan het ondernemen zijn om aan te melden en help hen over de laatste drempels heen.
Controleer wie er ingeschreven is in een nieuwe school. Sinds dit schooljaar kunnen basisscholen effectieve inschrijvingen in de secundaire scholen opvolgen via ‘Discimus’. Informeer bij je scholengemeenschap of bij de onderwijsondersteunende diensten in je stad of gemeente als je hier nog vragen over hebt.
Dus vooraleer je terug aan de slag gaat in de klas, dit nog even op je takenlijst zetten a.u.b.!
KARIN GOOSEN
Coördinator Steunpunt Diversiteit en Leren (UGent)
Karin Goosen is onderwijswetenschapper en leerkracht lager onderwijs. Diversiteit benutten voor onderwijs vormt de rode draad in haar werk: eerst als persoonlijk assistente van jongeren met een beperking en als leerkracht in de ziekenhuisschool (2005 – 2008) en dan als stafmedewerker diversiteit en taal bij het Expertisenetwerk Lerarenopleidingen Antwerpen (2008 – 2015). Een greep uit haar projecten bij de Universiteit Gent: Transbaso, Transfair, en de Diversiteitsscreening Onderwijs (DISCO).
KOEN MATTHEEUWS
Begeleider bij Steunpunt Diversiteit en Leren (UGent)
Koen Mattheeuws werkt als trainer en coach voor het onderwijs. Sinds 2013 ondersteunt hij scholen vanuit het Steunpunt Diversiteit en leren (UGENT). Hij focust zich de laatste jaren op meertaligheid, evaluatiebeleid, inclusie, brede school en overgangsmomenten in het onderwijs. Als coach begeleidt hij steden en gemeenten, schoolteams en directieleden.
Comments